Over de inhoud van EU-conforme SDS's die vanaf 2023 verplicht worden
Wat zijn de innovaties gebracht door Verordening (EU) 2020/878?
Verordening nr. (EU) 2020/878 heeft REACH Bijlage 2 aanzienlijk gewijzigd en dienovereenkomstig de inhoud van Veiligheidsinformatiebladen (SDS's) gewijzigd die worden gebruikt voor de communicatie van gevaren van stoffen en mengsels. Vanaf 2023 zijn SDS's die aan deze eisen voldoen verplicht geworden.
We kunnen de belangrijkste eisen met de wijzigingen als volgt opsommen:
• Informatie-eisen specifiek voor nanoformen
Verordening (EU) 2018/1881 heeft specifieke eisen ingevoerd met betrekking tot het risicobeheer van nanoformen. Overeenkomstig deze informatievereisten die zijn opgenomen in de SDS's, is REACH Bijlage 2 (EG) gewijzigd.
In elke relevante sectie van de SDS moeten de gedekte nanoformen en veiligheidsinformatie over deze nanoformen worden gespecificeerd.
Bijvoorbeeld; Als SDS verwijst naar een of meer nanoformen of stoffen die nanoformen bevatten, moet dit worden aangegeven in Sectie 1.1 met de term "nanoform".
Als de stof geregistreerd is en een nanoform bevat, moeten de deeltjeseigenschappen die de nanoform bepalen, worden vermeld in Sectie 3.1. Als het echter niet geregistreerd is maar wel SDS-nanoformen bevat, worden de deeltjeseigenschappen die van invloed zijn op de veiligheid van de stof gespecificeerd.
Als een in het mengsel gebruikte stof in nanoform is en als zodanig is geregistreerd of wordt behandeld in het chemische veiligheidsrapport door de downstreamgebruiker, moeten de deeltjeseigenschappen die de nanoform bepalen, worden verstrekt in Sectie 3.2.
Als de in het mengsel gebruikte stof in nanoform is, maar niet geregistreerd is of niet wordt behandeld in het chemische veiligheidsrapport van de downstreamgebruiker, moeten de deeltjeseigenschappen die van invloed zijn op de veiligheid van het mengsel worden verstrekt.
In een ander relevant gedeelte van de SDS, Hoofdstuk 9, met betrekking tot nanoformen, moet naast de wateroplosbaarheid ook de oplosnelheid in water of in andere relevante biologische of milieumedia worden gespecificeerd. Bovendien, met betrekking tot nanoformen van een stof waarvoor de n-octanol/water-verdelingscoëfficiënt niet geldig is, moet de dispersiestabiliteit in verschillende omgevingen worden gespecificeerd.
De subtitel "Deeltjeseigenschappen", die alleen relevant is voor vaste stoffen, is toegevoegd aan Hoofdstuk 9. In deze subtitel worden de deeltjesgrootte (mediaan equivalent diameter, methode voor het berekenen van de diameter (aantal, oppervlakte of volumegebaseerd) en het bereik waarbinnen deze mediaanwaarde varieert) gespecificeerd. Bovendien kunnen andere eigenschappen zoals grootteverdeling (bijvoorbeeld als een bereik), vorm en aspectverhouding, agglomeratie en aggregatie, specifiek oppervlak en stofgehalte worden gespecificeerd. Als de stof in nanoform is of het gegeven mengsel een nanoform bevat, moeten deze eigenschappen worden vermeld in de subsectie "Deeltjeseigenschappen" of worden verwezen indien vermeld in een ander gedeelte van de SDS.
• Informatie-eisen met betrekking tot Endocriene verstoorders
Indien de stof is opgenomen in de lijst die is opgesteld door de autoriteit omdat deze endocriene verstorende eigenschappen heeft of endocriene verstorende eigenschappen heeft volgens de relevante criteria, moeten deze informatie worden verstrekt onder de kop van Hoofdstuk 2.3 "Andere gevaren". Voor mengsels moet informatie worden verstrekt voor elke endocriene verstorende stof die aanwezig is in een concentratie groter dan of gelijk aan 0,1% per gewicht.
Stoffen die zijn vastgesteld als endocriene verstoorders volgens de relevante criteria, indien aanwezig in een concentratie gelijk aan of hoger dan 0,1% per gewicht, moeten ook worden vermeld onder de subkop "Mengsel" in Sectie 3.2.
Voor stoffen waarvan is vastgesteld dat ze endocriene verstorende eigenschappen hebben in subsectie 2.3, indien mogelijk; Sectie 11.2.1 bevat informatie over nadelige gezondheidseffecten veroorzaakt door endocriene verstorende eigenschappen onder de subtitel "Endocriene verstorende eigenschappen".
Voor stoffen waarvan is vastgesteld dat ze endocriene verstorende eigenschappen hebben in subsectie 2.3, worden informatie over de nadelige effecten veroorzaakt door endocriene verstorende eigenschappen op het milieu, indien beschikbaar; Verstrekt onder de subtitel "Endocriene verstorende eigenschappen" in Sectie 12.6.
• Inclusief de UFI (Unieke Formule Identificatie) Code
Als UFI is gedefinieerd voor het mengsel en de UFI-code is gespecificeerd in een willekeurige sectie van de SDS, moet deze code afzonderlijk worden vermeld onder de subtitel "Andere identificatie-informatie" in Sectie 1.1.
• Aanvullende informatievereisten met betrekking tot stoffen
Voor stoffen gerapporteerd in Subsectie 3.2 van de SDS, moeten de Specifieke Concentratiegrens (SCL), M-coëfficiënt en acute toxiciteitsschatting, indien beschikbaar, worden vermeld.
Met Reg. 2020/878 (18 juli 2020) is REACH Bijlage 2 die de vereisten voor de voorbereiding van SDSs beschrijft, gewijzigd.
De verordening, die van kracht werd op de twintigste dag na publicatie in het Publicatieblad van de Europese Unie, is vanaf 1 januari 2021 in werking getreden.
SDS's die niet voldoen aan de bijlage van deze verordening (Verordening (EU) 2015/830) bleven worden verstrekt tot 31 december 2022.
Vanaf 2023 zijn SDS's die voldoen aan Verordening (EU) 2020/878 een wettelijke verplichting geworden op de EU-markt.
Met SDS-software voor het opstellen en het chemisch managementsysteem Epy Plus hoeft u de voorschriften niet handmatig bij te houden!