Gevaarsymbolen

Neem contact met ons op
Gevaarsymbolen

Gevaarsymbolen

02.09.2024

Wat zijn gevaarsymbolen?

Volgens de "Handleiding voor etikettering en verpakking volgens de SEA-verordening" zijn gevaarsymbolen grafische vormen die een symbool of andere grafische elementen zoals een rand, achtergrondpatroon of kleur bevatten, ontworpen om specifieke informatie over bepaalde gevaren over te brengen. Gevaarsymbolen worden gebruikt om gebruikers te begeleiden in situaties waarin bepaalde gevaren kunnen optreden, zoals bij het gebruik of de opslag van stoffen en mengsels. Het begrijpen en correct toepassen van deze symbolen is cruciaal voor chemische veiligheid.

Betekenissen van gevaarsymbolen

In Bijlage 5 van de SEA-verordening zijn de gevaarsymbolen verdeeld in vier hoofdcategorieën:

1. Fysieke gevaren

Fysieke gevaren
Symbool: Exploderende bom
Gevaarsymbool Gevaarlijkheidsklasse en categorie
  Bijlage 1, Titel 2.1: Instabiele explosieven
Bijlage 1, Titel 2.1.2.2: Explosieven, Afdelingen 1.1, 1.2, 1.3, 1.4
Bijlage 1, Titel 2.8: Zelfontledende stoffen en mengsels, Typen A, B
Bijlage 1, Titel 2.15: Organische peroxiden, Typen A, B
Symbool: Vlam
Gevaarsymbool Gevaarlijkheidsklasse en categorie
  Bijlage 1, Titel 2.2: Ontvlambare gassen, Gevarenklasse 1
Bijlage 1, Titel 2.3: Aerosolen, Gevarenklassen 1, 2
Bijlage 1, Titel 2.6: Ontvlambare vloeistoffen, Gevarenklassen 1, 2, 3
Bijlage 1, Titel 2.7: Ontvlambare vaste stoffen, Gevarenklassen 1, 2
Bijlage 1, Titel 2.8: Zelfontledende stoffen en mengsels, Typen B, C, D, E, F
Bijlage 1, Titel 2.9: Pyrofore vloeistoffen, Gevarenklasse 1
Bijlage 1, Titel 2.10: Pyrofore vaste stoffen, Gevarenklasse 1
Bijlage 1, Titel 2.11: Zelfverhittende stoffen en mengsels, Gevarenklassen 1, 2
Bijlage 1, Titel 2.12: Stoffen en mengsels die in contact met water ontvlambare gassen uitstoten, Gevarenklassen 1, 2, 3
Bijlage 1, Titel 2.15: Organische peroxiden, Typen B, C, D, E, F
Symbool: Vlam boven een cirkel
Gevaarsymbool Gevaarlijkheidsklasse en categorie
  Bijlage 1, Titel 2.4: Oxiderende gassen, Gevarenklasse 1
Bijlage 1, Titel 2.13: Oxiderende vloeistoffen, Gevarenklassen 1, 2, 3
Bijlage 1, Titel 2.14: Oxiderende vaste stoffen, Gevarenklassen 1, 2, 3
Symbool: Gascilinder
Gevaarsymbool Gevaarlijkheidsklasse en categorie
  Bijlage 1, Titel 2.5: Samengeperste gassen; Vloeibaar gemaakte gassen; Afgekoelde vloeibaar gemaakte gassen; Opgeloste gassen
Symbool: Corrosie
Gevaarsymbool Gevaarlijkheidsklasse en categorie
  Bijlage 1, Titel 2.16: Corrosief voor metalen, Gevarenklasse 1
Klassen en categorieën van fysieke gevaren die geen gevaarsymbool vereisen
Bijlage 1, Titel 2.1: Explosieven, Afdeling 1.5
Bijlage 1, Titel 2.1: Explosieven, Afdeling 1.6
Bijlage 1, Titel 2.2: Ontvlambare gassen, Gevarenklasse 2
Bijlage 1, Titel 2.3: Aerosolen, Gevarenklasse 3
Bijlage 1, Titel 2.8: Zelfontledende stoffen en mengsels, Type G
Bijlage 1, Titel 2.15: Organische peroxiden, Type G

 

2. Gezondheidsgevaren

Gezondheidsgevaren

Symbool: Schedel en gekruiste beenderen

Gevaarsymbool

Gevaarlijkheidsklasse en categorie

 

Bijlage 1, Titel 3.1: Acute toxiciteit (oraal, dermale, inhalatie), Gevarenklassen 1, 2, 3

Symbool: Corrosie

Gevaarsymbool

Gevaarlijkheidsklasse en categorie

 

Bijlage 1, Titel 3.2: Huidcorrosie, Gevarenklasse 1 en subcategorieën 1A, 1B, 1C
Bijlage 1, Titel 3.3: Ernstige oogschade, Gevarenklasse 1

Symbool: Uitroepteken

Gevaarsymbool

Gevaarlijkheidsklasse en categorie

 

Bijlage 1, Titel 3.1: Acute toxiciteit (oraal, dermale, inhalatie), Gevarenklasse 4
Bijlage 1, Titel 3.2: Huidirritatie, Gevarenklasse 2
Bijlage 1, Titel 3.3: Oogirritatie, Gevarenklasse 2
Bijlage 1, Titel 3.4: Huidgevoeligheid, Gevarenklassen 1, 1A, 1B
Bijlage 1, Titel 3.8: Specifieke doelorgaantoxiciteit – Eenmalige blootstelling, Gevarenklasse 3 (ademhalingsirritatie, narcotische effecten)

Symbool: Gezondheidsgevaar

Gevaarsymbool

Gevaarlijkheidsklasse en categorie

 

Bijlage 1, Titel 3.4: Respiratoire sensibilisatie, Gevarenklassen 1, 1A, 1B
Bijlage 1, Titel 3.5: Mutageniteit van geslachtscellen, Gevarenklassen 1A, 1B, 2
Bijlage 1, Titel 3.6: Kankerverwekkendheid, Gevarenklassen 1A, 1B, 2
Bijlage 1, Titel 3.7: Reproductietoxiciteit, Gevarenklassen 1A, 1B, 2
Bijlage 1, Titel 3.8: Specifieke doelorgaantoxiciteit – Eenmalige blootstelling, Gevarenklassen 1, 2
Bijlage 1, Titel 3.9: Specifieke doelorgaantoxiciteit – Herhaalde blootstelling, Gevarenklassen 1, 2
Bijlage 1, Titel 3.10: Aspiratiegevaar, Gevarenklasse 1

Gezondheidsgevaren die geen gevaarsymbool vereisen

Bijlage 1, Titel 3.7: Reproductietoxiciteit, effecten op of via lactatie, aanvullende gevarenklasse

 

3. Milieugevaren

Milieugevaren

Gevaarsymbool

Gevaarlijkheidsklasse en categorie

 

Bijlage 1, Titel 4.1: Gevaarlijk voor het aquatische milieu
Acute gevarenklasse: Acuut 1
Langetermijngevarenklassen: Chronisch 1, Chronisch 2

Milieugevarenklassen en -categorieën die geen gevaarsymbool vereisen

Bijlage 1, Titel 4.1: Gevaarlijk voor het aquatische milieu – Langetermijngevarenklassen: Chronisch 3, Chronisch 4

 

4. Aanvullende gevaren

Aanvullende gevaren

Gevaarsymbool

Gevaarlijkheidsklasse en categorie

 

Bijlage 1, Titel 5.1: Gevaarlijk voor de ozonlaag, Gevarenklasse 1

 

Hoe gevaarsymbolen te gebruiken

Gevarenpictogrammen worden gebruikt in een formaat dat voldoet aan de normen die zijn vastgelegd in de SEA-verordening in Turkije. Elk van deze pictogrammen bevat symbolen die een specifiek type gevaar vertegenwoordigen.

Gevarenpictogrammen verschijnen op de verpakking van stoffen of mengsels. Bij het gebruik van deze pictogrammen is het essentieel om ervoor te zorgen dat ze overeenkomen met de gevarenclassificatie van de stof of het mengsel.

Volgens de Etiketterings- en Verpakkingsgids voor de SEA-verordening moeten de volgende punten in overweging worden genomen om de juiste plaatsing van gevarenpictogrammen te garanderen:

  • De kleur en presentatie van het etiket moeten zodanig worden ontworpen dat de duidelijke zichtbaarheid van het gevarensymbool en de achtergrond niet wordt belemmerd.
  • Gevarenpictogrammen moeten worden geplaatst in de vorm van een vierkant op een punt, met een rode rand en een witte achtergrond. Het symbool zelf moet zwart zijn.
  • Elk gevarensymbool moet ten minste een vijfde van het minimale oppervlak van het etiket beslaan. Het is echter belangrijk op te merken dat het minimale oppervlak niet minder dan 1 cm² mag zijn.
  • Voor stoffen en mengsels die zijn geclassificeerd voor meerdere gevaren, kan het nodig zijn om meer dan één gevarensymbool op het etiket te gebruiken. In dergelijke gevallen moet worden gecontroleerd of de prioriteitsregels zoals gespecificeerd in SEA Artikel 28 zijn toegepast. Over het algemeen zullen gevarenpictogrammen die de meest ernstige gevarencategorie voor elke gevarenklasse weerspiegelen, aan het etiket worden toegevoegd, maar deze voorwaarde geldt in het geval van een stof met zowel geharmoniseerde als niet-geharmoniseerde classificatie (zie SEA Artikel 28(2)).


Voor meer informatie over gevarenpictogrammen kunt u contact met ons opnemen en wij kunnen u ondersteuning bieden bij de etiketterings- en verpakkingsprocessen met betrekking tot uw producten.

Gebruik van cookies

Om u de beste ervaring op onze website te bieden, gebruiken wij cookies voor beperkte doeleinden en in overeenstemming met de vertrouwelijkheid.
Wat is het cookiebeleid?

Ik ben het eens